|
Ik heb verschillende malen in mijn leven een periode zinloosheid ervaren. Ik had niets ‘nuttigs’ te doen, had geen perspectief dat het anders zou worden en had door te weinig werk tijd genoeg. Het viel me op dat de ervaring van zinloosheid niet meer speelde zodra ik een nieuw project omhanden had. Een klus aan mijn huis, een artikel schrijven of een project waaraan ik deel nam. Ik ervoer dat het ‘nuttig’ bezig zijn, een grote rol speelde in mijn zingevingservaring. Deze periodes van zinloosheid begonnen overigens pas toen mijn kinderen het huis uit waren en mijn gezin en werk me minder in beslag namen. Ik concludeerde dat als je (lekker) druk bezig bent, zinloosheid normaliter niet speelt. Dat begint pas als één van de grote ankers in je leven wegvallen, die een kader, een houvast of inhoud aan je leven geven, zoals je geliefden, je werk, woning, gezondheid, status of je geloof.
Dit is me helder geworden sinds ik intensief met ouderen in contact kom, die in de laatste fase van hun leven zijn en waarvan er bij een aantal van hen zingevingsproblemen spelen. De oude activiteiten (werken, kinderen opvoeden, maatschappelijke functies, etc.) kunnen niet meer en er zijn geen alternatieven gevonden. Hoewel ik echt bewondering voel voor hoe deze ouderen met hun lot omgaan, heb ik ook de vlucht gezien naar de fles, de t.v. of de vlucht uit de werkelijkheid door heel veel te slapen. Het bijzondere is, dat ik al deze gedragingen bij mezelf herken, ze zijn bij hen alleen uitvergroot! Het gaf me een drive om bij mijzelf zingeving te onderzoeken.
Ik kom deze zingevingsproblemen overigens meer tegen bij mannen dan bij vrouwen. De vrouwen hebben heel vaak hun jus in het leven behouden door een grote liefde voor, interesse in en meeleven met hun (klein)kinderen. Kennelijk zijn vrouwen veel meer in staat te genieten van en interesse te hebben in de kleine dingen van het leven en dát wordt niet minder na pensionering of achteruitgang van het lichaam of cognitie.
Naast ouderen met zingevingsproblemen heb ik ook mensen in hun terminale fase ontmoet. De kracht, vrede, liefde en licht die een aantal van hen uitstraalde trekken me heel erg aan. Zo herinner ik me een dame van 90 jr, die vol dankbaarheid was dat ze in het hospitium haar leven mocht eindigen. Ze was dankbaar voor het leven dat ze had gehad en die dankbaarheid straalde ze uit en dat was zo prachtig om te zien! Ook moet ik denken aan een man, wiens lijf vrijwel niets meer kon en zodra hij bij bewustzijn was, vol liefde me aankeek en heel veel licht en rust uitstraalde. Ik heb zo nog meer ouderen in hun laatste levensdagen ontmoet die deze authenticiteit en sterke aanwezigheid uitstraalden. Zij hadden iets ontdekt en verinnerlijkt dat ongelooflijk aantrekkelijk is en waar ik zo naar verlang!
Door al deze ervaringen kom ik tot de conclusie dat het zingevingsvraagstuk steeds belangrijker wordt naarmate je lichamelijke, cognitieve en maatschappelijke participatie mogelijkheden afnemen. Als je ten slotte niet zoveel meer kan doen en ook nog eens afhankelijk wordt van hulp van anderen, dan is dat voor de meeste mensen te moeilijk. Dan komen velen in een negatieve gedachtenspiraal, die vaak leidt tot een gevoel van zinloosheid, somberheid of een vlucht uit de werkelijkheid.
Het omgaan met ouderen werd een motor in mij om de zingevingsbronnen en -factoren in mijn leven verder te onderzoeken. Ik heb veel artikelen gelezen en zo kwam ik voor mezelf op een paar punten die bij mij een grote rol spelen om zinvolheid te ervaren. Mijn leerpunten zijn me duidelijk: het kunnen zijn, het leren genieten van de kleine dingen van het leven en andere betekenisgeving aan wat ik zie of ervaar. Hierbij is de eerdergenoemde groep ouderen die ik ontmoet heb, mijn levend voorbeeld: zij hebben een levend principe in zichzelf ontdekt en daarmee de magie van het leven, dat veel verder reikt dan hun persoonlijkheid. Ze hebben de bron in zichzelf, het levend contact met God tot in het dagelijks leven verinnerlijkt. Ze wijzen mij de weg. Want in dit contact met de bron of de goddelijke vonk in ons, spelen zingevingsproblemen niet meer een dominante rol. Dan kun je nog steeds wel moeite hebben om je tijd leuk of nuttig te besteden, maar je komt niet meer in de negatieve gedachtenspiraal en dan is het een vraagstuk van een geheel andere orde!
|